Gedrag Struisvogel

Groepsverandering

Indien nieuwe vogels bij een groep struisvogels worden geplaatst, worden de nieuwe dieren meestal niet meteen geaccepteerd door de groep. Nieuwe vogels worden achterna gezeten en soms getrapt. Dat is om duidelijk te maken wie de baas is. Dat is meestal van korte duur, maar voordat een nieuwe struisvogel zich thuis voelt, gaan er meestal een of twee dagen overheen.

Delen met andere diersoorten

Struisvogels leven van nature samen met veel andere diersoorten in de buurt. In gevangenschap zijn veel combinaties mogelijk. De struisvogels kunnen samenleven met bijvoorbeeld grote grazers of andere loopvogels zoals de emoe. In de broedtijd kunnen struisvogels agressief worden naar mensen, als de vogels een nest hebben.

Stress

Struisvogels in een onbekende omgeving vertonen stressverschijnselen. Als struisvogels in een nieuw verblijf worden geplaatst, zelfs al is dat op hetzelfde terrein, dan zijn de dieren stressgevoelig.
Sommige jonge struisvogels raken slecht gewend aan geluiden uit de omgeving. Telkens als een vreemd geluid te horen is, vindt een schrikreactie plaats. Dat kan een oorzaak zijn van stress.
Dagelijkse regelmaat en rust zijn voor jonge struisvogels belangrijk. Kuikens dienen altijd eten tot hun beschikking te hebben, omdat anders de kleinste vogels onvoldoende de kans krijgen om genoeg te eten. Dat kan stress veroorzaken.
Struisvogels kunnen beter nooit individueel gehuisvest worden. Een struisvogel dient met ten minste één soortgenoot in een verblijf te zitten.

Fok

Hennen zijn op twee jarige leeftijd geslachtsrijp en hanen met drie jaar. Als gekozen wordt om met de struisvogels te fokken, kunnen de dieren het beste met twee hennen en één haan samen in een verblijf worden geplaatst. In deze samenstelling is het bevruchtingspercentage van de eieren het hoogst. Het leggen van de eieren begint in maart. Struisvogelhennen kunnen vanaf een leeftijd van vijf jaar, tot 80 eieren per jaar produceren. Regelmatig wordt dat aantal eieren niet gehaald in één jaar. Om de drie dagen wordt een ei gelegd, dat ongeveer anderhalve kilo weegt.
In de broedtijd produceren de hanen een hard baltsgeluid, dat tot in de verre omgeving te horen is. Het lijkt op het loeien van een koe. Het geluid is maar in een korte periode te horen. De hanen baltsen door met de nek over hun rug te zwaaien en met de vleugels te klapperen. Ook de hennen klapperen in deze periode met de vleugels. Een hen zoekt de haan op en gaat voor de haan liggen. Vervolgens zal een paring plaatsvinden.
De haan maakt een kuiltje in het zand als nest. Meerdere hennen leggen de eieren in het nest. Eén van deze hennen broedt, afgewisseld door de haan, de eieren uit. De haan neemt het grootste deel van het broeden voor zijn rekening. In het broedseizoen is het niet verstandig om in direct contact te komen met de struisvogels. De haan beschermt de eieren en de hennen. De hanen kunnen dan agressief zijn.