Stichting Proefdiervrij heeft enige jaren geleden het dierdonorcodicil ingevoerd. De eigenaar van een huisdier kan hierop aangeven dat hun huisdier na overlijdenbeschikbaar is voor de wetenschap. Een netwerk van bijna 30 dierenartsen werkt aan dit project mee. Naast de Universiteit Utrecht maken ook de Technische Universiteit Eindhoven, InHolland Delft en de Hogeschool Utrecht gebruik van dieren die via het dierdonorcodicil zijn verkregen. Bij de Universiteit Utrecht gaat het jaarlijks om bijna 350 dieren.
Doordat overleden huisdieren gebruikt worden bij anatomiepractica hoeven hiervoor geen proefdieren meer gebruikt te worden en dit leidt dus tot een vermindering in proefdiergebruik.
Een andere manier om het aantal proefdieren voor transplantatieonderwijs te verminderen is het verduurzamen van dieren of onderdelen daarvan door middel van plastineren.
Ook in andere landen bestaat het verschijnsel huisdierdonatie, maar daar worden meer weefsels van dode huisdieren gebruikt voor transplantatiedoeleinden.
Dierenlevens gered
01mei2013
Het dierdonorcodicil zorgt voor een afname van het aantal proefdieren. Alle huisdieren die bij de Universiteit Utrecht voor anatomieonderwijs gebruikt worden, zijn tegenwoordig gestorven huisdieren die afgestaan zijn door hun eigenaren.
