Verdenking van H5N1 in Blijdorp

Het gaat om alle kuikens die dit jaar zijn geboren. Dat meldt de Rotterdamse dierentuin, waar mogelijk jonge sperweruilen zijn gestorven aan de voor mensen dodelijke vogelgriepvariant H5N1.
Het ministerie van Landbouw meldde zaterdag dat twee jonge uilen in Blijdorp mogelijk zijn overleden aan H5N1. De dieren waren niet ingeënt omdat zij na de laatste vaccinatieronde zijn geboren. Aanvankelijk waren vier uiltjes verdacht, zegt Ab Osterhaus, als viroloog van de Erasmus Universiteit betrokken bij het onderzoek naar de besmettingen.
'Alle andere dieren' in de omgeving van de uiltjes waren gevaccineerd, zegt Osterhaus. Het onderzoek startte woensdag. Inmiddels is de H5N1-verdenking bevestigd door het Centraal Instituut voor Dierziekte Controle (CIDC) in Lelystad. Sporen van H5N1 zijn aangetroffen, maar het virus zelf nog niet. Of de dieren inderdaad besmet waren, moet nog blijken uit nader onderzoek.
De dierentuin blijft open, omdat H5N1 alleen overdraagbaar is bij intensief contact tussen mensen en vogels of hun uitwerpselen. Blijdorp benadrukt dat bezoekers van de dierentuin geen risico hebben gelopen op besmetting. De GGD in Rotterdam heeft een speciaal informatienummer geopend voor vragen over de mogelijke vogelgriepuitbraak. Bezoekers van de dierentuin krijgen bij binnenkomst een folder met antwoorden op de meest gestelde vragen over de besmetting.
De verzorgers van de vogels slikken uit voorzorg virusremmers en worden gecontroleerd door de GGD. Zij hebben nog geen klachten. De incubatietijd van de ziekte is een week. Het eerste dier werd ziek op 27 juli; het laatste afgelopen donderdag. De volière van de sperweruilen is afgeschermd voor bezoekers.