Onderzoekers van North Carolina State University wilden weleens weten wat de kleine diertjes in New York zo jaarlijks wegwerken. Ze legden afgewogen porties chips, koekjes en hotdogs op verkeerseilanden, in bermen en parken in Manhattan. De helft van het typische straatvoedsel werd in kooitjes gelegd waar alleen kleine beestjes als mieren en duizendpoten bij konden. De andere helft lag open en bloot. Na 24 uur werden de resten teruggewogen. 59% van het eten in de kooitjes op Broadway en West Street was opgegeten. In de bermen en op verkeerseilanden werd opvallend genoeg nog meer gegeten dan in de parken.
De onderzoekers denken dat de zwarte zaadmier vooral verantwoordelijk is voor deze opruimdienst. Deze mier komt veel voor in New York en leeft tussen de bestrating.
Het voedsel wat buiten de kooitjes lag werd vooral door duiven en ratten opgegeten. Volgens de onderzoekers betekent dit dat mieren en ratten concurreren om voedsel. En dat de mieren met hun opruimdienst niet alleen helpen de stad schoon te houden, maar ook de rattenpopulatie binnen de perken houden. De mieren hebben een kleine maar belangrijke bijdrage in de New Yorkse afvalverwerking.
De mieren op de foto zijn geen zwarte zaadmieren, maar een andere soort.
Mieren als vuilnisman
04februari2015
Bijna 1000 kilo afval (vergelijkbaar met 60.000 hotdogs) wordt jaarlijks door mieren en andere kleine insecten in Manhattan weggewerkt. Ze leveren zo een belangrijke bijdrage aan het schoonhouden van de straten en zorgen concurreren daarmee met ratten.