Voeding Bleher's regenboogvis

Dieet

Regenboogvissen zijn omnivoren dus eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. In de vrije natuur eten ze alles wat ze kunnen doorslikken. In het wild bestaat 40% van het voedsel uit landinsecten (bijv. mieren), 37% uit kleine waterkreeftjes, 18% insectenlarven (bijv. muggenlarven) en de overige 5% bestaat uit algen en plantenzaden. Dit rantsoen verschilt onderling en is sterk afhankelijk van de leefomgeving, jaargetijde en de weersomstandigheden. 26

Droogvoer is basisvoer. Droogvoer is rijk aan vitamines en eiwitten. Het bevat alles voor een gezonde groei en skeletbouw van de regenboogvis. Bewaar het droogvoer op een koele en donkere plaats, let op de houdbaarheidsdatum. Droogvoer dat ouder is dan een half jaar verliest zijn voedingswaarde. Vetzuren bederven omdat ze reageren met zuurstof (oxideren). Als regenboogvissen gevoerd worden met oud en bedorven voer gaan zij snel in conditie achteruit en kunnen uiteindelijk sterven. BHT (Butylated HydroxyToluene) is een antioxidant dat vetten en vitaminen beschermt tegen afbraak en bederf. Zuurstof reageert beter met BHT dan met de olie en vetten in het voer, dus deze reageren minder snel en bederven dus ook minder snel. Het zorgt voor een langere houdbaarheid van het visvoer. 1 4 24

Het is belangrijk dat bleher´s regenboogvissen afwisselend voer krijgen. Regenboogvissen zijn totaal niet kieskeurig, dus aan de vissen zelf is niet te merken of ze een volledige en juiste voeding krijgen. Daarom is het belangrijk dat de eigenaar zelf oplet dat de vissen niet maanden achter elkaar eenzelfde soort voer krijgen. 26

Geef regenboogvissen ter afwisseling 2 keer per week levend voedsel. Geschikt levend voer kan bestaan uit: watervlooien, witte muggenlarven, zwarte muggenlarven, slingerwormen of tubifex. Je kunt deze diertjes zelf vangen met een schepnet. Kijk dan wel uit voor het overbrengen van ziekteverwekkers zoals maag darmwormen en schep deze dieren uit een visvrije poel. Het is ook mogelijk om kleine sprinkhaantjes te vangen in onbespoten graslanden. Dood dit zelfgevangen voer in het vriesvak en maak het fijn voordat ze aan de regenboogvis gevoerd wordt. Om besmetting met parasieten te voorkomen is diepvriesvoer een goed alternatief voor levend voer. 26

Nutrientenbehoefte

Bleher´s regenboogvissen hebben geen gewone maag maar een darmachtige maag. Dit betekent dat ze vaker maar minder eten. Linolzuren en eiwitten zorgen samen voor de groei van de bleher´s regenboogvis. Het eiwit gehalte in het voer van de bleher´s regenboogvis moet rond de 45% zijn. Hierboven verteren ze de eiwitten niet meer en dat leidt tot watervervuiling. In tropisch visvoer wat verkrijgbaar is bij de dierenspeciaalzaak zitten kleurpigmenten die ervoor zorgen dat de felle kleuren oplichten. 1 21 34

Als de bleher´s regenboogvis zijn benodigde vetten niet binnenkrijgt kunnen er problemen ontstaan met zijn hart en lever. Ook zorgt vet samen met de oliën voor een belangrijk deel van de energie voorziening van de bleher´s regenboogvis. Koolhydraten zorgen ook voor energie, alleen zetten vissen ze niet snel om. Te veel koolhydraten beschadigen de lever van de bleher´s regenboogvis. 24

Bleher´s regenboogvissen hebben mineralen nodig voor de opbouw van hun skelet, de opbouw van de zenuwen en voor de instandhouding van de gaswisseling in het bloed. De meeste mineralen worden uit het water opgenomen. Het water bestaat voor 12 á 13% uit mineralen. Fosfor is één van de belangrijkste mineralen uit het voer. Het is onder andere belangrijk voor de bouw van het skelet. Een tekort aan fosfor leidt tot vergroeiingen aan de kop een de ruggengraat van de bleher´s regenboogvis. Koper is giftig wanneer het in hoge concentraties in het water voor komt. Het wordt daarom ook wel gebruikt als algenbestrijder. Als sporenelement (in hele lage concentraties) is koper in het voer noodzakelijk. Onvoldoende koper in het voer zorgt voor een achterblijvende groei, bloedarmoede en vertroebeling van de ogen. 24

Tekort aan vitamines heeft voor bleher´s regenboogvissen de volgende gevolgen:
  • Vitamine A: buikwaterzucht, groei achterstand

  • Vitamine B1: groei achterstand, vermagering, evenwichtstoornis

  • Vitamine D: slechte botten, groei achterstand

  • Vitamine E: verhoogd uitval percentage, groei achterstand, vervette lever

  • Vitamine K: verslechterde conditie van de huid
  • 25

    Voedingsschema

    Veel eigenaren van regenboogvissen komen snel in de verleiding om hun vissen te overvoeren. Dit wordt veroorzaakt door het gedrag van de vis. Wanneer regenboogvissen voer krijgen storten ze zich daar hongerig op. Ze kunnen zelfs bedelen. Het is belangrijk dat de verzorger zich daar niet door laat beïnvloeden.

    Het is ideaal als bleher´s regenboogvissen hun voer 4 á 5 keer per dag in kleine porties krijgen. Dit komt het meeste in de buurt de natuurlijke situatie. Deze manier van voeren is echter haast niet haalbaar. Het is wel mogelijk om ze één keer per dag te voeren, maar dan hebben ze wel meer voer nodig. Geef de vissen dan niet meer dan wat ze in 5 minuten opeten. Het is niet verkeerd om bleher´s regenboogvissen 1 á 2 dagen in de week te laten vasten. Als bleher´s regenboogvissen te veel voer krijgen gaan ze lijden aan vetzucht. De vissen gaan er dan slecht uitzien, achteruit in gezondheid en kunnen zich niet meer voortplanten.

    Voedingsplaats

    Het voer wordt in het aquarium gestrooid. Bleher´s regenboogvissen hangen in hun natuurlijke omgeving aan het wateroppervlak en zoeken naar gevallen insecten. Vlokvoer blijft aan de watervlakte drijven en is dus goed droogvoer om te geven. Korrelvoer dat naar de bodem van het aquarium zakt zal ook gegeten worden.

    Regenboogvissen storten zich gulzig op hun voer. Als ze zich op te grote brokken droogvoer storten die aan het wateroppervlak hangen kunnen ze last krijgen van gasvorming in de darmen. De vissen proberen dan omlaag te zwemmen. Meestal lukt dit niet en zal het gas in het lichaam van de vis de vis weer omhoog trekken, waardoor de vis gaat drijven. Meestal ontwijkt het gas na een korte tijd en voelt de vis zich weer goed. 26

    Handopfok

    Zodra de vislarven zichtbaar zijn aan het wateroppervlak krijgen ze voedsel dat op het wateroppervlak drijft. Ze krijgen speciaal vlokvoer voor jonge visjes of fijngewreven vlokvoer. Ook speciaal vloeibaar voer voor jonge visjes is bruikbaar. Ook zeer klein levend voer kan aangeboden worden aan de jonge visjes.
    Onder deze kleine soorten vallen:
  • Infusoriën:
    Dit zijn eencellige diertjes, die van tevoren gekweekt zijn. Als kweekmateriaal worden kleine dobbelsteenvormige stukjes koolraap gebruikt. Deze stukjes worden in de oven gedroogd en verpoedert. Dit poeder gaat in een glas water en dit glas wordt in de schaduw gezet. Binnen een week ontstaan de eencellige infusoriën. Deze infusoriën worden gevoed met stukjes bananenschil.

  • Naupiluslarven van pekelkreeftjes:
    De droge eitjes kunnen bij de aquariumhandel gekocht worden. De eieren gaan in zoutwater (20 gram zeezout op 1 liter water). De watertemperatuur moet boven 25 °C blijven. Doorluchting is noodzakelijk. Na 1-2 dagen komen de larven uit en kunnen aan de regenboogvisjes gevoerd worden.

  • Azijnaaltjes:
    Dit zijn kleine draadwormpjes van ongeveer 2 mm die leven in gistende vloeistoffen.

    De jonge regenboogvisjes mogen in geen geval clyclopskreeftjes als voer krijgen. Dit zijn roofdiertjes die de kleine visjes gaan aanvallen. Pas de grootte van het voer aan aan de grootte van de visjes. Naarmate de visjes groter worden kunnen ze afwisselender voer krijgen.
  • 26

    Het is het beste om de larven en kleine visjes meerdere malen per dag te voeren, en dan telkens een kleine portie. Het is in de praktijk vaak lastig om de vissen een aantal malen per dag te voeren. Geef ze in dat geval ´s morgens en ´s avonds voer. 26