Voortplanting Dunvingergekko

Koppelen

Dunvingergekko’s kunnen het beste gehouden worden als een paartje, of in een groep met één mannetje met meerdere vrouwtjes.

Dekking

Bij de balts (paringsdans) zwaait het mannetje met de kop en staart, of zo de aandacht van het vrouwtje te trekken. Als het vrouwtje het mannetje accepteert, gaat hij schrijlings op haar rug zitten. Dan steekt hij één hemipenis (waarvan hij er twee heeft) in de cloaca van het vrouwtje.

Vier weken na de paring leggen de vrouwtjes harde eieren, die na het afzetten bedekt worden met een laag zand.

Broedzorg

Ouders kunnen verdraagzaam zijn tegenover de jongen, maar het is toch beter deze op te kweken in een eigen vivarium.