Voortplanting

Koppelen

De paartijd is vanaf januari tot maart. In deze periode maakt het wasbeervrouwtje haar nest in een holle boom of onder boomwortels. Ze is zes tot acht dagen vruchtbaar. Het mannetje gaat in deze periode op zoek naar een vrouwtje en kan dan in één nacht wel elf kilometer afleggen. Hij kan in één nacht met drie tot vier verschillende vrouwtjes paren. Het paren gaat gepaard met veel lawaai en de wasberen stoeien met elkaar. 39 41

Dracht

De draagtijd bedraagt 60-73 dagen. 39

Geboorte

In de maanden maart tot mei worden de jongen geboren. Het kan voorkomen dat er aan het begin van de zomer geworpen wordt. Een vrouwtje die haar nest verliest gaat namelijk snel weer opnieuw ovuleren. 39

De worpgroote varieërt van drie tot zeven jongen. De meest voorkomende worpgroote is echter vier tot vijf jongen. Pas geboren wasberen wegen ongeveer 3 ons en zijn de eerste drie weken doof en blind. Na deze drie weken is de vacht volledig ontwikkeld. 39 40 42

Zorg voor de jongen

In principe blijven de jongen tot in de herfst bij hun moeder. Als er schaarste is aan goede schuilplaatsen zullen de jongen ook de winter bij hun moeder doorbrengen. Het mannetje vertoont geen enkele zorg voor de jongen. 39

Moeder verplaatst haar jongen door ze bij hun nekvel te pakken. In een gevaarlijke situatie vluchten de jongen snel een boom in en hun moeder verdigd haar jongen fel. 39 42

Na zes weken zijn de wasbeerjongen al vrij actief. Ze spelen en stoeien met hun broertjes en zusjes. De jongen worden net als andere zoogdieren gezoogd. Na negen weken wegen de jongen 1,5 - 2 kg. Als de jongen ongeveer 10 weken oud zijn gaan ze voor het eerst met hun moeder op pad. Ze maken dan kleine tochtjes. Een week later verhuizen de jongen voor de eerste keer naar een nieuw hol. De jongen worden na ongeveer vier maanden volledig gespeend, maar moeder begint na negen weken al met het bijvoeren van vast voedsel. Na vier maanden hebben de jongen hun melktanden gewisseld. 39 42