Winterslaap en winterrust

19december2007
Bron: de gelderlander
Het begin van de periode met nachtvorst is voor veel dieren het sein om aan de winterslaap te beginnen en zich dus voor langere tijd terug te trekken op een beschutte plek.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de egel. Dit dier gaat op zoek naar een geschikt en veilig hoekje met veel afgevallen blad om daar rustig te kunnen overwinteren. Bij voorkeur is dit een plek op het oosten omdat daar de temperatuur het langst laag genoeg blijft. Plekken op het zuiden worden in het vroege voorjaar al snel te warm als de zon eenmaal schijnt.
De egel eet helemaal niets tijdens de winterslaap. Voorafgaand aan de winterslaap worden extra insecten, wormen en kevers gegeten om zo een goede reserve op te bouwen. Tijdens de winterslaap verlaagt de lichaamstemperatuur van het dier zodat de verbranding minimaal is.
De lengte van de winterslaap hangt af van de omgevingstemperatuur. Als het bijvoorbeeld in maart al niet echt koud meer is ontwaakt het dier vanzelf. Dat is geen probleem als de temperatuur dan niet al te laag blijft. Problemen krijgt de egel in een wisselvallige winter met een warmere periode tussen twee vorstperiodes in. Als de egel eenmaal wakker is, is het moeilijk voor hem om weer in slaap te komen. En een wakkere egel zonder voedsel overleeft het niet in de kou.

Andere dieren, zoals bijvoorbeeld de das, houden geen echte winterslaap maar een winterrust. Die dieren zijn minder actief en verblijven een groot deel van de tijd in de burcht. Daar is ook een voedselvoorraad voor de winter aangelegd.
Er zijn ook diverse insecten die een winterrust houden. Sommige vlinders, zoals de dagpauwoog en de citroenvlinder, brengen de winter niet als pop maar als vlinder door. Ze zoeken een beschut, vorstvrij plekje op in bijvoorbeeld een spleet of een holle boom. Onder de 15 graden Celsius is het te koud om te bewegen (voor dit koudbloedige dier) dus blijven ze daar maar stil zitten.
Ook de koningin van een wespennest zoekt een beschermde plek om te kunnen overleven, terwijl de rest van de kolonie dood gaat. In het voorjaar legt de koningin eitjes om weer een nieuw wespenvolk te kunnen stichten.