Voeding dwerghoender kuikens

16april2008
Bron: Dwerghoenders, Helga Fritzsche, Elsevier, 1986
De eerste 24 uur nadat kuikens uit het ei gekomen zijn teren zij nog op de rest van de eidooier. Rust en warmte zijn nu belangrijker dan voeding. Wanneer ze in het stro beginnen te pikken, wordt het tijd om de eerste keer te voeren.
Niet alle kuikens komen tegelijk uit het ei, daar kan soms wel twee dagen verschil in zijn. Ze hebben dus ook niet op hetzelfde moment honger. In deze periode moeten de dieren dus wat vaker gecontroleerd worden.
Voor de kuikens eten krijgen moeten ze eerst een keer drinken. Dit water moet vers en niet te koud zijn en verstrekt worden in een platte schaal of kuikendrinkbak. Meestal kunnen de kuikens direct al zelfstandig drinken of laat de kloek zien hoe het moet. Soms moet de snavel even in het water gedompeld worden en het kuiken moet daarna met opgeheven kopje slikken.

Kuikens hebben zeer eiwitrijk voedsel nodig met veel mineralen en vitaminen. Dit zit in speciaal kuikenvoer. Een andere optie is fazanteropfokvoer. Hiervan kan tijdens de eerste drie weken nummer 1 gevoerd worden en dan nummer 2 tot de achtste of negende week. Nummer 2 wordt vermengd met fanzentengrutten en havervlokken. Ook een mengsel van deze voeders kan gebruikt worden, bijvoorbeeld 2 delen fazantenopfokvoer, 1 deel kuikenopfokvoer en 1 deel havervlokken. Na twee weken kan steeds een beetje meer fazantengrutten of kanarievoer bijgemengd worden.
Wanneer het juiste voer voorgezet wordt aan de kloek, zal ze de kuikens lokken en het pikken voordoen met haar snavel. Ook kan ze zelf kleine hapjes aan de kuikens geven. Dit is voor kuikens de beste manier om te leren eten.

Vanaf de vierde dag krijgen de kuikens regelmatig groenvoer verstrekt. Dit kan zijn: paardebloem, melde, blaadjes van jonge brandnetels, muur, tuinkers en gras, alles fijngehakt. Later kunnen ook fijngehakte bloemkoolbladeren gegeven worden (geen andere koolsoorten) bieslook en uienloof. In kleine hoeveelheden werken deze laatste planten desinfecterend en voorkomen ziekten.
Vanaf de tweede week moet ook een bak met vogelzand verstrekt worden waar de dieren naar behoefte van kunnen pikken.

In de eerste twee weken moeten de kuikens elke twee tot drie uur gevoerd worden. Gedurende tien minuten moet er ruim voer en water beschikbaar zijn. Dit is ook een goed moment om de dieren te controleren: zijn ze levendig, wordt er goed gegeten, is er sprake van diarree? De laatste voeding tussen 4 en 5 uur ’s middags geven, dit is voldoende tot de volgende ochtend. Vanaf de derde week kan het voer de hele dag in het hok blijven staan. Het is wel belangrijk dat een bak gebruikt wordt waar de dieren het voer niet uit kunnen gooien.