Stress

24mei2006
Bron: Wiepkema, 1989
Stress is de toestand waarin een dier verkeert als hij door bepaalde prikkels in zijn omgeving onder zware lichamelijke en/of geestelijke druk staat.
Onder geestelijke druk worden de vrije en onvrije conflicten verstaan. De lichamelijke druk is een verhoogde activiteit van de hypofyse en het bijnier systeem. Dit zorgt voor een verhoogde spiegel van de hormonen adrenaline en corticosteron in het bloed. Corticosteron bevordert het vermogen om relevant gedrag uit te voeren. Het dier moet dus passend gedrag vertonen om uit de stress situatie te komen en het conflict op te lossen.

De mate van de stress hangt af van twee factoren. De eerste factor is de voorspelbaarheid van de afloop. De tweede factor is de mate waarin het dier de situatie zelf in de hand heeft.

Chronische stress:
We spreken in de dierhouderij van chronische stress, als de situatie niet opgelost wordt maar aanhoud. Als de omgeving waarin het dier zich bevind niet voldoet aan dienst behoeften/ instincten.

Als een conflict gedrag leidt tot chronische stress kan dit leiden tot beschadigend en tot stereotiep gedrag.
Beschadigend gedrag wordt hier gebruikt in de zin van omgericht gedrag. De dieren kunnen hun natuurlijke behoeftes niet uiten en richten dit op andere dieren of voorwerpen af. Meeuwen bijvoorbeeld richten in dit geval hun agressie niet op hun eigen partner maar op een nietsvermoedende buurman. Of zelfs op een polletje gras.

Stereotypieën zijn per diersoort verschillend en zijn herkenbaar aan het feit dat het dier dezelfde vaste beweging maakt, die constant wordt herhaald en doelloos lijkt. Het gedrag dat een dier vertoont is afgeleid van het gedrag dat bij acute stressomstandigheden voorkomt. Het gevolg van stereotiep gedrag is afgifte van endorfine door de hypofyse. Endorfine heeft belonende, pijnstillende en verslavende eigenschappen. Dit verzacht dus de geestelijke en/of lichamelijke pijn waar het dier last van heeft. Endorfine is verslavend dus het dier zal zijn stereotiepe gedrag blijven herhalen.