Voeding Schaap

Dieet

Schapen zullen het grootste deel van de dag in de wei lopen en gras eten. Om toch een volledige voeding te garanderen moet er bijgevoerd worden. Wanneer lammeren gras gaan eten hoeven ze niet bijgevoerd te worden.

Als een ooi drachtig is moet ze meer gevoerd krijgen. Voer de hoeveelheid krachtvoer langzaam op. Ten eerste om de ooi op het nieuwe rantsoen voor te bereiden en ten tweede om te voorkomen dat er te zware lammeren worden geboren.

Naast onbeperkt ruwvoer krijgt de ooi nog schapenkorrels. Afhankelijk van het stadium van de dracht krijgt ze steeds meer. Vier weken voor aflammeren krijgt ze 100 gram. Als ze 1 lam gekregen heeft krijgt ze 700 gram en als ze een tweeling heeft een kilo.

Nutrientenbehoefte

De vitaminen en mineralenbehoefte van de ooi zijn afhankelijk van melkproductie, het aantal lammeren, de ruwvoerkwaliteit, de leeftijd van de ooi en het ras.
Schapen die vooral in de wei staan zullen niet snel een tekort hebben aan mineralen, spoorelementen en vitaminen. De behoefte aan mineralen, spoorelementen en vitaminen wordt bepaald door de leeftijd, gewicht, groeisnelheid en productiestadium.

Een ooi heeft voor onderhoud per dag nodig mineralen, spoorelementen en vitaminen nodig. Van de mineralen zijn nodig: calcium 5 gram, van fosfor 3 gram, van magnesium 1,2 gram en van natrium 1,5 gram.
Van de spoorelementen zijn nodig uit het voer: seleen 0,15 mg/kg ds, koper 10 mg/kg ds, jood 0,5 mg/kg ds en mangaan 25 mg/kg ds
Vitaminen: A en D

Voedingsschema

Voor lammeren is er geen extra voer nodig als ze dagelijks in de weide komen. Schapen moeten wel eenmaal daags bijgevoerd worden.

Voedingsplaats

Wanneer de schapen in de stal staan, verspreidt het voer dan in het voerrek. Als de schapen in de wei bijgevoerd worden, doe dat dan steeds op een andere plaats. Dit voorkomt dat er kale plekken in de wei ontstaan.

Handopfok

Bij de handopfok van lammeren kan het beste biest van de moeder gebruikt worden. Biest is de eerste moedermelk en kan alleen de eerst 48uur opgenomen worden door het lam. Als dat niet mogelijk is om biest te krijgen van de moeder kan ook koebiest of kunstbiest gebruikt worden. Na twee dagen kan overgegaan worden op melk. Steeds kleine beetjes(maximaal 150 ml)om de drie of vier uur. Als het lam diarree krijgt overgaan op magere melk of water. Maak het hok waar het lam ligt vaak schoon.