Voeding Hangbuikzwijn

Dieet

Een hangbuikzwijn is een omnivoor (alleseter). Als het van het dier af hangt eet hij zoveel als hij op kan. Het is dus belangrijk om het dier te voeren met wat hij nodig heeft.

Een volwassen hangbuikzwijn mag 0,5 tot 2% van zijn lichaamsgewicht per dag gevoerd worden. Dat wil zeggen dat een zwijntje van 20 kg 200 tot 400 gr voer per dag mag krijgen. Voor een big geldt dit hetzelfde, al mag er bij biggen eerder naar 1% geneigd worden, dan naar 0,5%.

Een aantal voedermiddelen zijn niet geschikt voor hangbuikzwijnen. Bijvoorbeeld rauwe aardappel, aardappelschillen, zoetigheden, friet, gesuikerde dranken en alcohol. Het is bij wet verboden om vlees te voeren aan varkens en dus ook aan hangbuikzwijnen. Chocolade is niet bij wet verboden om aan varkens te voeren, maar is wel zeer giftig voor varkens.

Nutriëntenbehoefte

Een goed samengesteld voer voor hangbuikzwijnen bestaat uit de volgende bestanddelen.

Eiwitten: 12 %
Vetten: 6 %
Zetmeel: 27 %
Suikers: 4,5 %
Vocht: 12 %
Vitamine A
Vitamine E

Voedingsplaats en voedingsschema

Een hangbuikzwijn is een gewoonte dier. Dat wil zeggen dat hij iedere maaltijd verwacht dit op dezelfde plaats te krijgen. Het is dus belangrijk een vaste voedingsplaats te hebben voor de dieren. Volwassen dieren kunnen het beste twee keer per dag gevoerd worden. Gedurende de dag is het toegestaan een gezonde versnapering aan te bieden.

Handopfok

Het komt soms voor dat sommige biggen minder melk krijgen van de zeug, doordat een bepaalde tepelrij, minder of geen melk meer produceert. Meestal is dit het geval met de achterste tepels. Ook kan het voorkomen dat de zeug tijdens de bevalling overlijdt. Dan is het noodzakelijk om de biggen bij te voederen om zo te voorkomen dat ze zouden sterven aan ondervoeding.

In de dierenspeciaalzaak vind je, voor biggetjes jonger dan 8 weken, zogenaamde biggenmelk, bijvoorbeeld Sprayfo Porc. Er zijn ook speciale voedingsflesjes verkrijgbaar, met diverse speentjes.

Het kan mogelijk zijn dat de biggetjes vier tot zes keer per dag bijgevoederd moeten worden. Dit is afhankelijk van de toestand waarin de biggen verkeren. Raadpleeg de dierenarts in geval van twijfel.