Huisvesting Wandelende tak

Omheining

Er zijn verschillende mogelijkheden om wandelende takken te huisvesten. Bij een standaard terrarium bestaan 5 wanden uit glas en 1 wand uit geperforeerd aluminium. Een andere mogelijkheid een hoog aquarium, waarvan de bovenkant of een deel van de zijkant afgedekt is met gaas. Dit is afhankelijk van de gewenste hoeveelheid ventilatie. Ook kunnen allerlei potten en bakken gebruikt worden met een nylonkous eroverheen. Een laatste optie is een kooi van gaas, deze zijn erg goed geventileerd.

Vloer

Leg bij de soorten die de eieren in de grond steken minimaal 5 cm matig vochtige oude potgrond, gemengd met zand, op de bodem. De eieren van de meeste overige soorten zijn gevoeliger voor schimmel en dienen op een droge bodem te vallen, bijvoorbeeld droge grond of zand.

Onderhoud en Verzoring

Veel wandelende takken drinken graag en de hoge luchtvochtigheid bevordert de vervelling. Sproei daarom met een plantenspuit elke dag (’s avonds) ligt met water, zeker bij jonge wandelende takken. In te grote druppels kunnen kleine nimfen echter blijven plakken en verdrinken. De druppels dienen binnen enkele uren weer opgedroogd te zijn i.v.m. ziekten en infecties. Ventileer dus goed via minstens één luchtdoorlatende zijde. Het mag echter niet gaan tochten.
Zet de takken van de voedselplant in een pot met water. Dek deze af met aquariumfilterwatten, zodat de wandelende takken niet kunnen verdrinken. Voeg eventueel 1 eetlepel suiker per liter water toe, zodat de voedseltakken langer goed blijven. Ververs de voedseltakken zodra deze op of verdord zijn. Dit dient wel minstens 1 keer per week te gebeuren.

Omgeving

De ideale omgevingstemperatuur overdag is 21 tot 28°C. Deze temperatuur kan bereikt worden door middel van een kleine gloeilamp. Zet deze ’s nachts uit, zodat de temperatuur daalt naar 17 tot 22°C. Bij hoge temperaturen eten wandelende takken meer en verloopt de levenscyclus sneller. Zet een insectarium niet in de volle zon of bij een verwarming, dan wordt het te warm. De ideale luchtvochtigheid is 70 tot 85%.

Maten

Een insectarium voor een wandelende tak dient minimaal drie keer zo hoog te zijn als de lengte van het grootste dier. Anders krijgt de tak problemen bij het vervellen. Wanneer het insectarium te laag is, kan het dier na de vervelling in de verkeerde houding opdrogen en zal dan sterven.