Voeding en Verzorging Roofdieren
Roofdieren (Carnivoria) voeden zich met vlees, dat verkregen wordt door middel van jacht, diefstal van andere roofdieren of als aas. Sommige roofdieren eten echter ook planten, zoals beren. De orde der roofdieren bestaat uit twee onderorden: de landroofdieren (Fissipedia) en de zeeroofdieren (Pinnipedia). De landroofdieren worden verder onderverdeeld in 9 families, de zeeroofdieren worden onderverdeeld in 3 families.
De ledematen van roofdieren zijn goed ontwikkeld. Bij de landroofdieren zitten de tenen los van elkaar, maar bij de zeeroofdieren zijn de tenen verbonden door een vlies. Daardoor kunnen deze dieren goed zwemmen. Op het land bewegen ze zich moeilijker voort. De tenen van landroofdieren hebben aan het uiteinde scherpe, sterke nagels, die bij katachtigen ingetrokken kunnen worden. De zich snel voortbewegende roofdieren, zoals katten en honden, zijn teengangers. De langzamere dieren, zoals beren, zijn zoolgangers. Het gebit van een roofdier is altijd volledig en de hoektanden zijn groot, vooral van de bovenkaak. Roofdieren lopen in gewicht uiteen van 40 gram voor de kleine wezelsoorten tot 800 kg voor de grootste beren en 1500 kg voor de walrussen. De lengte kan variëren van 20 cm voor een wezel tot 3 meter voor een beer.