Algemene kenmerken van insecten
- Samengestelde ogen
(facetogen) aan de zijkant van de kop - 1 Paar(gelede) antennes
vaak met reukzintuigen daarop - Zes poten in totaal
Aan elk thoraxsegment 1 paar gelede poten. - Kaken
mandibulae en maxillae met mandibulaire en maxillaire palpen of kaaktasters - Kleurloos bloed, geen aders, wel een hart
 - Ademhaling dmv. een tracheeënstelsel (luchtbuisjes)
 - Vaak in staat vorm en kleur te onderscheiden
 - Soms een uitstekend gehoor, bijvoorbeeld bij krekels en sprinkhanen
 - Voortplanting meestal door bevruchte, zich buiten het moederlichaam ontwikkelende, eieren
 - Hele of gedeeltelijke gedaanteverwisseling bij ontwikkeling van nimf (larve) naar imago (volwassen insect)
 - Organen
hersenen, bijoog, darmkanaal, uitscheidingsorganen (buizen van Malphigi), eierstok, buisvormig hart, buikzenuw(streng). 
